‘Tax planning is voor de burger vaak bittere noodzaak’
Na jarenlange ervaring bij een groot belastingadvies- en advocatenkantoor en als zelfstandig belastingadviseur, besluit John Willekes Macdonald in 1998 een trustkantoor op te richten. Samen met Jacob Broers, eerder werkzaam bij een groot trustkantoor, vestigt hij in Den Haag International Tax Planning and Structuring (ITPS), dat zich bezighoudt met het fiscaal structureren van internationale investeringen. Een logische stap, zegt hij zelf.
‘Destijds bestonden er zeer veel samenwerkingsverbanden tussen trustkantoren en belastingadviseurs, werkzaamheden die immers in elkaars verlengde liggen. Belastingadviseurs adviseren hoe belasting kan worden bespaard. Trustkantoren implementeren die juridische en financiële adviezen en helpen cliënten om te voldoen aan de regelgeving.’ Daarnaast bestaat een heel groot deel van het werk van een trustkantoor uit boekhoudwerk. Willekes Macdonald: ‘Qua werkzaamheden is het trustkantoor ITPS dan ook vergelijkbaar met een administratiekantoor.’
Toezicht en controle
In het publieke debat wordt taxplanning echter nogal eens in een adem genoemd met belastingontduiking en witwassen. Onterecht, stelt John Willekes Macdonald. ‘De burger brengt eerst de fiscale gevolgen van zijn handelen systematisch in kaart en richt zich vervolgens op de fiscaal voordeligste weg. Dat is tax planning. Tax planning is voor de burger vaak bittere noodzaak vanwege de enorme impact van de belastingen op zijn leven. Daarbij komt nog dat de wetgever tax planning regelmatig stimuleert. Zo wordt de aankoop van een huis fiscaal gefaciliteerd via de hypotheekrenteaftrek. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor de keuze van een nieuwe milieuvriendelijke auto. De manier waarop de burger de aankoop juridisch en fiscaal structureert, maakt dan nogal wat uit.’
Daarbij is er tussen 1998 en 2019 veel veranderd in de trustsector, die sinds 2004 streng is gereguleerd dankzij de Wet toezicht trustkantoren (Wtt). Op grond daarvan controleert De Nederlandsche Bank voortdurend of trustkantoren zich houden aan de eisen van de Wtt en of de bestuurders en beleidsbepalers van het trustkantoor deskundig en betrouwbaar zijn. Een heel goede ontwikkeling, volgens John Willekes Macdonald.
Trends in trust
In de wereld van de trust is een aantal trends zichtbaar, waarvan volgens John Willekes Macdonald de belangrijkste is dat agressive tax planning wordt aangepakt. ‘Agressive tax planning is een legale, maar maatschappelijk omstreden vorm van belastingbesparing. Hierbij wordt op een gekunstelde manier de effectieve belastingdruk naar een maatschappelijk onaanvaardbaar laag niveau gedrukt.’
Grote, met name Amerikaanse bedrijven gebruikten en gebruiken deze route om via Nederland, Ierland en Bermuda circa 15 procent winstbelasting te besparen. ‘Door de te belasten winst kunstmatig uit te hollen, al dan niet gecombineerd met methoden om de winst te verplaatsen naar een land waar niet of nauwelijks belasting wordt geheven, wordt de grondslag van belastingheffing kunstmatig omzeild.’
Op initiatief van OESO en de EU zijn nu diverse actieplannen gestart met als doel dat ondernemingen belasting gaan betalen in het land waar de winst wordt gemaakt. ‘De plannen moeten leiden tot afspraken tegen uitholling van de grondslag en winstverschuiving. Meer dan honderd landen hebben aangegeven de voorstellen van OESO te zullen implementeren. En dat is goed voor de trustsector en dus ook voor ons als ITPS.’
Toekomst ITPS Trustkantoor
De mede-eigenaar van ITPS is van mening dat er altijd behoefte aan trustkantoren zal blijven. En in tegenstelling tot wat men over het algemeen denkt over de sector, heeft die behoefte niet altijd met belastingbesparing te maken. Willekes Macdonald: ‘Bij bepaalde beleggingsfondsen is het bijvoorbeeld raadzaam – en soms zelfs verplicht – om een onafhankelijke bestuurder aan te stellen die toezicht houdt op de oprichter/manager van het fonds.’ Een rol die een trustkantoor als ITPS prima kan vervullen.
John Willekes Macdonald geeft nog een voorbeeld. ‘Inwoners uit landen met een dictatuur kiezen er doorgaans voor om hun wereldwijde belangen te bundelen in een land als Nederland zodat hun eigendom goed is beschermd. Fiscaliteit speelt bij die keuze veelal geen of slechts een secundaire rol. Zeer vermogende industriëlen willen hun nalatenschap goed geregeld hebben, met name als die nalatenschap grotendeels bestaat uit een groot bedrijf. Via een trustkantoor kan dan worden geregeld dat de continuïteit van de onderneming niet te lijden heeft onder een eventuele ruzie van de kinderen over de opvolging binnen- en verdeling van de onderneming.’