Wim Noorman maakte al jarenlang sportapparatuur, maar had de ambitie om nog eens naar de Olympische Spelen te gaan. Hiervoor ging hij op zoek naar een Olympische sport. “Na alles wat ik gedaan had, had ik nog de wens om de Olympische spelen mee te maken. Ik werkte toen voor een innovatieproject van NOC*NSF en daar liep een bobsleeproject, daar ben ik toen ingedoken.”

Geen kennis van bobsleeën bouwen

Samen met DSM is hij in 2008 een bobslee gaan ontwerpen, ontwikkelen en bouwen. In eerste instantie had Wim Noorman geen idee hoe een bobslee precies gebouwd moest worden. Wel had hij zeventien jaar ervaring met het bouwen van race- en sportwagens. Ook heeft hij de Mumm 30, een zeilboot, doorontwikkeld in samenwerking met de TU Delft. “De technische kennis had ik wel, en de theorie achter een aantal sporten is gelijk, zoals zeilen, racen, vliegen en bobsleeën, dus met die kennis konden we een eind komen. De rest hebben we zelf moeten uitvinden of met behulp van anderen kwamen we bij de juiste technieken.” Uiteindelijk werd de eerste slee in 2010 met veel publiciteit gelanceerd en namen ze deel aan de Olympische spelen in februari 2010 in Vancouver.

Snelste bobslee

“De eerste bobslee in 2010 was een groot succes, tot 2015 was het de snelste slee die ooit was gemaakt. We hebben hiermee zelfs gezorgd voor de ondergang van de Duitsers,” lacht Wim Noorman. “Ze hebben nog nooit zo’n slecht jaar gehad als in 2014, het jaar dat wij Olympisch Kampioen in Sochi werden. In Duitsland hebben ze een groot instituut, FES Berlijn, waar ze zich dagelijks bezighouden met het bouwen van bobsleeën. Zij hadden lange tijd een soort van alleenrecht op het ontwikkelen van bobsleeën, daarom voelde het als extra overwinning om hen te verslaan.”, vertelt Wim. De Olympische Spelen in 2014 is niet het enige kampioenschap waar medailles werden behaald, in totaal zijn er 51 medailles behaald met 28 twee- en viermans bobsleeën voor Canada, Letland en Nederland.

Beheersen van trillingen

Hetgeen waarmee een goede bobslee zich onderscheidt, is de frequentie, dus de trillingen van de bobslee. “Je moet het zo zien, wanneer we een bobslee ontwikkelen, richten we ons op drie aspecten: aerodynamica, mechanische grip en frequentie. Door het meten van de frequentie van de baan en de bobslee, kun je de trillingen beheersen. Trillingen zorgen namelijk voor minder snelheid. We moeten er dus voor zorgen dat de bobslee niet in dezelfde frequentie zit als die van de baan. Dit aspect is redelijk nieuw in de sport, maar techneuten en innovatieve sporters houden zich hier al langere tijd mee bezig. Op de Olympische Spelen in 2014 zorgde die beheersing van de trillingen ook mede voor het succes van de bobslee.”